Vertalingen break down EN>NL
to break down | ontleden (ww.) ; forceren (ww.) ; in elkaar klappen (ww.) ; in elkaar storten (ww.) ; inklappen (ww.) ; kapotgaan (ww.) ; neerhalen (ww.) ; omverhalen (ww.) ; ondergaan (ww.) ; ontbinden (ww.) ; flippen (ww.) ; opheffen (ww.) ; slopen (ww.) ; stukgaan (ww.) ; stukmaken (ww.) ; te gronde gaan (ww.) ; uit elkaar halen (ww.) ; uittrekken (ww.) ; verbreken (ww.) ; verbrijzelen (ww.) ; falen (ww.) ; er vanaf breken (ww.) ; breken (ww.) ; bezwijken (ww.) ; begeven (ww.) ; beëindigen (ww.) ; afknappen (ww.) ; afbreken (ww.) |
break down | ongerede ; afspringen ; zwak worden ; uitsplitsen ; stuk maken ; onklaar raken ; kapot gaan ; defect raken ; collaberen ; averij oplopen ; averij krijgen |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Wakefield genealogy pages; Vlietstra; Download IATE, European Union, 2017.; Autowoordenboek
Voorbeeldzinnen met `break down`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: act upEN: collapseEN: crackEN: disintegrateEN: failEN: go to piecesEN: go wrongEN: lose controlEN: play up